Besprekingen van de Kameleon in de storm
De Kameleon in de storm -deel 38 1974- is een leuk boek waarin de sfeer uit vroegere Kameleons nog af en toe spreekt. Jammer voor de bezitters van een nieuwe versie of hertaling want daaruit zijn sommige passages, die wel in het verhaal thuishoren, zomaar verdwenen. Daarnaast zijn er hier en daar zinnen toegevoegd. Het verhaal zelf is niet aangetast. Bij een vaartocht naar het dorp Hoogterp ontmoeten Hielke en Sietse en co een 3 tal asociale jongeren die in woonboten blijken te wonen. Maar de hertaler vond sommige van deze passages kennelijk te discriminerend en daarom is een scène van blz. 44 verwijderd. De lezer krijgt niet zelf de kans te bepalen wat hiervan te vinden want de scène is er al bij voorbaat uitgegooid. De editor bewijst hiermee een nog grotere moraal ridder te zijn dan H. de Roos zelf, want in andere deeltjes spreekt de Roos juist erg positief over woonwagen bewoners. Verder is het een domme zet want deze scène is een belangrijk element in het verhaal.
De jongens verdenken de woonboot jongelui van het stelen van een zak appels, wat later niet het geval blijkt te zijn. De scène dient dus als een afleidingsmanoeuvre in de historie. Dan is er Tjalling door de Roos sympathiek neergezet en als 'onnozel' omschreven. Tegenwoordig noemen we zo iemand verstandelijk beperkt. De hertaler heeft enkele zinnen en passages omtrent Tjalling echter weggelaten zodat het voor de lezer niet precies duidelijk wordt wat voor een personage Tjalling precies is. H de Roos had soms de gewoonte aan het einde van een hoofdstuk een soort spanning of suggestie op te roepen door de lezer 'aan te spreken', de hertaler heeft deze zinnen echter verwijderd wat het verhaal verzwakt. In het jaar dat de Kameleon in de storm verscheen ging H. de Roos met pensioen. Om dit feit te onderstrepen laat hij de Burgemeester in het verhaal met pensioen gaan (of 'pensipoen' zoals Gerben het noemt). De laatste bladzij van het boek lijkt ook te klinken als een soort afscheid of afsluiting van een periode. De Roos zou zich daarna volledig op het schrijven kunnen concentreren, maar doordat hij stopt met werken en minder anekdotes hoort van z'n collega's vervalt ook een groot deel van de inspiratiebron waaruit hij putte.
De jongens verdenken de woonboot jongelui van het stelen van een zak appels, wat later niet het geval blijkt te zijn. De scène dient dus als een afleidingsmanoeuvre in de historie. Dan is er Tjalling door de Roos sympathiek neergezet en als 'onnozel' omschreven. Tegenwoordig noemen we zo iemand verstandelijk beperkt. De hertaler heeft enkele zinnen en passages omtrent Tjalling echter weggelaten zodat het voor de lezer niet precies duidelijk wordt wat voor een personage Tjalling precies is. H de Roos had soms de gewoonte aan het einde van een hoofdstuk een soort spanning of suggestie op te roepen door de lezer 'aan te spreken', de hertaler heeft deze zinnen echter verwijderd wat het verhaal verzwakt. In het jaar dat de Kameleon in de storm verscheen ging H. de Roos met pensioen. Om dit feit te onderstrepen laat hij de Burgemeester in het verhaal met pensioen gaan (of 'pensipoen' zoals Gerben het noemt). De laatste bladzij van het boek lijkt ook te klinken als een soort afscheid of afsluiting van een periode. De Roos zou zich daarna volledig op het schrijven kunnen concentreren, maar doordat hij stopt met werken en minder anekdotes hoort van z'n collega's vervalt ook een groot deel van de inspiratiebron waaruit hij putte.
Bespreking door 'Wereld'
Naast dit boek kreeg ik als eerste op mijn verjaardag ook 'De Kameleon op avontuur' cadeau. Dit Kameleonboek bezit vrijwel alle elementen die er in een goed Kameleon verhaal horen te zitten. Dat is dus een grote verdienste van H. de Roos. Het verhaal begint direct al goed met het in de maling nemen van Gerben door de tweeling. Zij moeten namelijk een grote, losgeslagen pol terugduwen naar een inham voorbij de Woudaap. Dit kleine eiland belemmert namelijk het scheepvaartverkeer bij de brug. Gerben komt met zijn praam terecht in dit eiland en kan er niet meer uit. Sietse zorgt er al duwend voor dat Gerben er maar niet uit kan komen ondanks hulp van de molenaar, Kees en Sjoerd. Als Zwart hem dan ook nog vermanend toespreekt door Gerben te verwijten in het vaarwater van de jongens te zitten is Gerben woest. Hij beweert dat er geen richting werd aangegeven.
'Ja, maar dit was toch geen boot, maar een varend stuk land. En dat kan geen richting aangeven.' In de volgende twee hoofdstukken neemt Gerben wraak door een zak appels uit de Kameleon te laten roven die ze moeten bezorgen bij een tante van Kees. Hij laat dit doen door een bevriende
boerenknecht wat later een ruzietje tussen Gerben en Dijkstra veroorzaakt als het allemaal uitkomt.
De misdaadlijn, hoewel heel subtiel en mooi toegepast, spitst zich toe op de kleine boer Bruinsma, die niet meer mag werken en zijn boerderij moet verkopen.
De rijke boer Twijnstra wil de boerderij wel hebben, maar hij biedt gierig als hij is veel te weinig. Hij probeert de onnozele knecht Tjalling (die achteraf heel slim blijkt!) ervoor te strikken dat hij voor een groot bedrag de boerderij van Bruinsma in brand steekt. Later blijkt Tjalling er niet achter te zitten. Zwart weet dit zeker, omdat Tjalling bij hem was toen de brand uitbrak. De titel komt tot uiting in een hoofdstuk waarbij een man in een roeiboot tijdens een hevige storm op het meer in problemen raakt. Dit blijkt later de nieuwe burgemeester van het dorp te zijn en Gerben kan het door een grap wel vergeten ooit een vriend van deze man te worden. In het slothoofdstuk over het afscheid van de vorige burgemeester zorgt Gerben opnieuw voor een leuke verrassing.
Zwakke momenten kent dit verhaal niet echt, er zit veel vaart in en de gebeurtenissen worden vlot verteld. De karakters zijn op dreef zoals we van ze gewend zijn. Gerben die het kennelijk nooit echt goed met Zwart, Dijkstra en Sjoerd lijkt te kunnen vinden (maar wie hij toch als vrienden beschouwt).
Spijtig is dat de jongens geen echte streken uithalen, dat laat De Roos vrijwel geheel aan Gerben over. In dat opzicht is dit echt een 'Gerben'-verhaal. De jongens zijn vooral weer nodig als luistervinken, die daardoor de situatie rond Tjalling, Twijnstra en Bruinsma deels ontdekken en Zwart waarschuwen. Kortom, een prima boek en zeker de moeite van het -her- lezen of aanschaffen waard!
'Ja, maar dit was toch geen boot, maar een varend stuk land. En dat kan geen richting aangeven.' In de volgende twee hoofdstukken neemt Gerben wraak door een zak appels uit de Kameleon te laten roven die ze moeten bezorgen bij een tante van Kees. Hij laat dit doen door een bevriende
boerenknecht wat later een ruzietje tussen Gerben en Dijkstra veroorzaakt als het allemaal uitkomt.
De misdaadlijn, hoewel heel subtiel en mooi toegepast, spitst zich toe op de kleine boer Bruinsma, die niet meer mag werken en zijn boerderij moet verkopen.
De rijke boer Twijnstra wil de boerderij wel hebben, maar hij biedt gierig als hij is veel te weinig. Hij probeert de onnozele knecht Tjalling (die achteraf heel slim blijkt!) ervoor te strikken dat hij voor een groot bedrag de boerderij van Bruinsma in brand steekt. Later blijkt Tjalling er niet achter te zitten. Zwart weet dit zeker, omdat Tjalling bij hem was toen de brand uitbrak. De titel komt tot uiting in een hoofdstuk waarbij een man in een roeiboot tijdens een hevige storm op het meer in problemen raakt. Dit blijkt later de nieuwe burgemeester van het dorp te zijn en Gerben kan het door een grap wel vergeten ooit een vriend van deze man te worden. In het slothoofdstuk over het afscheid van de vorige burgemeester zorgt Gerben opnieuw voor een leuke verrassing.
Zwakke momenten kent dit verhaal niet echt, er zit veel vaart in en de gebeurtenissen worden vlot verteld. De karakters zijn op dreef zoals we van ze gewend zijn. Gerben die het kennelijk nooit echt goed met Zwart, Dijkstra en Sjoerd lijkt te kunnen vinden (maar wie hij toch als vrienden beschouwt).
Spijtig is dat de jongens geen echte streken uithalen, dat laat De Roos vrijwel geheel aan Gerben over. In dat opzicht is dit echt een 'Gerben'-verhaal. De jongens zijn vooral weer nodig als luistervinken, die daardoor de situatie rond Tjalling, Twijnstra en Bruinsma deels ontdekken en Zwart waarschuwen. Kortom, een prima boek en zeker de moeite van het -her- lezen of aanschaffen waard!