De Kameleon heeft goed nieuws!
Na met de Kameleon voor de wind uit 1985 werd 't opeens stil rond de Kameleon. Er verschenen geen nieuwe deeltjes meer en je vermoedde dat de schrijver wellicht was overleden of met pensioen of te oud om nog een deeltje te kunnen produceren. Maar dan, in 1988, heeft Kluitman goed nieuws en ook nog andere plannen: de Kameleon moet vernieuwd worden, de verhalen zijn herkenbaar genoeg voor de jeugd van nu, alleen de aankleding en het taalgebruik zijn te ouderwets. Had men de Kameleon in de branding, de Kameleon in het zoeklicht en tip top Kameleon al eerder als 'vernieuwd' uitgebracht -met licht gewijzigde teksten en nieuwe illustraties van Gerard van Straaten- maar kennelijk was die aanpak niet grondig genoeg en begon de uitgever met het hertalen van hun beroemde reeks. Wat is hertalen? In het geval van de Kameleon het verplaatsen van de avonturen van Hielke en Sietse naar de ‘tegenwoordige tijd’, wat o.a. inhield ouderwets aandoende gebeurtenissen verwijderen en b.v. vervangen met een eigentijdse variant. Soms was er sprake van een geheel herschreven eigen versie van de ‘hertaler’! Het maakte de boeken er niet leuker of beter op, je ergerde je eerder dat al die leuke dialogen en voorvallen zomaar verdwenen waren! In veel gevallen verzwakte een hertaling het oorspronkelijke verhaal. Dit project is uiteindelijk na 20 delen gestrand. De hertalingen (te herkennen aan de illustraties van Ruud Hameeteman) worden niet meer herdrukt en zijn nu wellicht een gewild verzamel object geworden. Op deze page en elders op deze site een analyse van de hertalingen.
De oorspronkelijke versie van de Kameleon heeft goed nieuws lijkt wat moeizaam geschreven. De Roos komt met allerlei voorvallen op de proppen die het verhaal hier en daar verzwakken. De inspiratie liet hem, op z’n oude dag –bijna 80 jaar!- kennelijk in de steek. Het idee is goed om een voor eind jaren 80 eigentijds verhaal te bedenken. Ook het opvoeren van het meisje Geeske, dat op zoek is naar werk, is sympathiek te noemen. De Roos kreeg nogal kritiek dat er nooit een meisje in z’n boeken voorkwam. Op deze wijze speelt hij in op het jeugd werkloosheidsvraagstuk van de jaren 80. Toen ontstonden er allerlei projecten om de werkloosheid onder jongeren aan te pakken, iets waarin hij zich wellicht kon herkennen.
Het boek lijkt af en toe uit ‘ideetjes’, scènetjes en voorvallen te bestaan. Het lukte de Roos kennelijk niet zich te concentreren op de hoofdverhaallijn, die van het werkloze meisje Geeske. Wellicht viel hem van het een op het andere moment iets te binnen wat de vertelling, in vnl. hoofdstuk 3 en 4,
rommelig maakt. Sietse reageert soms wat agressief en geïrriteerd, wie weet zat de Roos ook niet echt lekker in z’n vel toen hij deze scenes schreef. Aan de andere kant introduceert hij Jaap Krant
op een leuke manier maar dit karakter speelt niet echt een rol. Veel van patroontekenen ed. weet de Roos niet af en bedenkt dat Geeske dat allemaal wel zou kunnen. Stof knippen is een kunst, een tekening tot patroon omzetten een vak apart. De Roos is niet zo erg bekend met dit vrouwenonderwerp maar doet z’n best zich in te leven. Het boek telt 135 blz. in de laatste 2 hoofdstukken komt het verhaal eindelijk uit de verf. Karels krijgt een onderscheiding en wordt
ereburger van het dorp. Toen vond de Roos het wel genoeg en sloot het verhaal af!
In de hertaling van de Kameleon heeft goed nieuws is het originele verhaal gehandhaafd maar de
dialogen en gebeurtenissen zijn hier en daar aangepast. Maar werd het verhaal nu wel echt goed herschreven? De hertaler is eerder aan het experimenteren geweest met eigen bedachte teksten. Eigenlijk was het onnodig om zoveel aan de tekst te sleutelen. Een lezertje nu of in de jaren 90 begreep het zo ook wel. En de veranderingen van de hertaler waren 20 jaar na dato misschien ook gedateerd! ‘Nu’ zou Klinkhamer b.v. z’n spullen bestellen via internet! Dan kwam Sjoerd de
bestellingen brengen want post bezorgen is een bijbaantje geworden voor gepensioneerden, scholieren en langdurig werkelozen. Daar zou Sjoerd niet van rond kunnen komen. Hij rijdt nu vast in zo’n bestelbusje en brengt pakjes rond. Het postkantoor zou 'nu' een postagentschap zijn geweest, wellicht gevestigd in het winkeltje van Jaap Krant.
In hoofdstuk 1 nemen Hielke en Sietse nl. een vertegenwoordiger, die bij Klinkhamer wat bestellingen opneemt, mee in de Kameleon zodat hij niet hoeft te fietsen naar Jonkersveen. In de hertaling heeft hij ‘een oude gammele auto’ dus is deze hele verhaallijn gewijzigd! Het hele verhaal veranderd zo en wordt er soms niet logischer op! Hielke en Sietse hadden eerst een reden om uit varen te gaan nu gaan ze voor hun lol er op uit.
‘Je had moeten leren voor onderwijzeres of voor boekhoudster’ zegt Hielke tegen Geeske op blz. 16. Op blz. 97 blijkt ze opeens een hoge opleiding te hebben gehad. ‘Ze heeft de modeacademie gedaan wist je dat?’ vertelt Chantel nl. aan Gerben. Dit brengt hem op het idee van het atelier. Als Geeske de modeacademie heeft gedaan waarom is ze dan niet inmiddels naar bv Amsterdam verhuisd om daar voor een couturier te werken? I.p.v. op zoek te gaan naar suffe baantjes? Geeske is, in het oorspronkelijke verhaal, op zoek naar werk. Maar zoekt niet iets specifieks, ze wil alles aanpakken. Waarschijnlijk is ze laag opgeleid en heeft ze de huishoudschool gedaan, een vroegere vorm van het VMBO. Wellicht heeft ze de ‘knipcursus’ gevolgd zoals Tine Hornstra. Geeske is niet gespecialiseerd in iets. Ze heeft zelfs bij de vuilophaal gesolliciteerd. ‘Dat gaat tegenwoordig automatisch en is niet zo
zwaar’ laat Geeske ons weten, maar haar ouders vonden dat niet geschikt voor haar..
Elektricien Groen komt de smederij binnen voor ‘een ijzeren pijp voor een antenne’ daar had de hertaler van kunnen maken ‘een kabel voor een ‘schotel antenne’ (want al die boeren in de polder hadden natuurlijk nog geen kabel tv) i.p.v. ‘voor een praatje’. De Roos plaatst juist geen advertentie omdat het werkproject bedoeld is voor meiden uit Lenten en omgeving en niet daarbuiten! Hielke en Sietse gaan een aantal boeren langs om persoonlijk meiden te benaderen. De hertaler laat ze op een advertentie reageren! In het verhaal van de Roos maken we nog kennis met de familie Hornstra.
De dialogen zijn in H. de Roos’ verhaal beknopter en duidelijker dan de uitgebreidere versie van de hertaler. De Roos houdt het kort maar is duidelijk, alles wat we moeten weten vertelt hij. De hertaler doet er een schepje bovenop en vermeldt allerlei bijzaken alsof we het anders niet zouden snappen. Hij meent de Roos te moeten verbeteren maar gaat soms zelf de mist in! Zo denkt hij dat de Roos vergeten is te vermelden dat ze klapstoeltjes moeten meenemen op hun reis naar de groothandel. Maar een extra zin, die verduidelijkt dat de getrainde politiehond Sjoek op een duidelijk bevel van Gerben wacht, is door de hertaler juist weer weggelaten! Nu komt Sjoek er direct aan.
Zoals bij deze hertalingen gebruikelijk werden scenes eruit gemept omdat ze bv te ouderwets waren en het verhaal ophielden. Maar soms lijkt dat willekeurig gebeurd. Hier zou het niet overbodig zijn geweest scenes te verwijderen. Eigenlijk is de hertaler maar slordig te werk gegaan. Hij knikkert er hier en daar wat scènes uit die ‘ouderwets’ aandoen maar daar zitten ook weer leuke dingen tussen bv als Hielke en Sietse nog 3 meisjes gaan optrommelen voor werk in het atelier. De hertaler maakt zich ervan af met één zin over een advertentie. De hertaler had het verhaal strakker kunnen maken door het teveel aan voorvallen te verwijderen en niet willekeurig maar wat zitten schrappen en ook leuke scenes eruit te knikkeren. Te nadrukkelijk probeert hij ‘modern’ te doen door i.p.v. Chantel Gerben de koffie te laten halen en scenes die moeder Klinkhamer neerzetten als huisvrouw te schrappen.
Was het hertalen achteraf wel zo nodig? Bij de lezers viel het in ieder geval niet in goede aarde! ‘P. de Roos’ had zich beter kunnen richten op het schrijven van nieuwe Kameleons in moderne sfeer i.p.v. zich te concentreren op het hertalen. Maar het is gemakkelijker een bestaand verhaal wat te bewerken dan een geheel nieuw verhaal te verzinnen. In ieder geval is men er na 20 deeltjes mee
opgehouden en is het nu aan Fred Diks om nieuwe Kameleondeeltjes te produceren in ‘ouderwetse’ sfeer, alleen jammer dat zijn schrijfstijl nogal droog en saai is…
De oorspronkelijke versie van de Kameleon heeft goed nieuws lijkt wat moeizaam geschreven. De Roos komt met allerlei voorvallen op de proppen die het verhaal hier en daar verzwakken. De inspiratie liet hem, op z’n oude dag –bijna 80 jaar!- kennelijk in de steek. Het idee is goed om een voor eind jaren 80 eigentijds verhaal te bedenken. Ook het opvoeren van het meisje Geeske, dat op zoek is naar werk, is sympathiek te noemen. De Roos kreeg nogal kritiek dat er nooit een meisje in z’n boeken voorkwam. Op deze wijze speelt hij in op het jeugd werkloosheidsvraagstuk van de jaren 80. Toen ontstonden er allerlei projecten om de werkloosheid onder jongeren aan te pakken, iets waarin hij zich wellicht kon herkennen.
Het boek lijkt af en toe uit ‘ideetjes’, scènetjes en voorvallen te bestaan. Het lukte de Roos kennelijk niet zich te concentreren op de hoofdverhaallijn, die van het werkloze meisje Geeske. Wellicht viel hem van het een op het andere moment iets te binnen wat de vertelling, in vnl. hoofdstuk 3 en 4,
rommelig maakt. Sietse reageert soms wat agressief en geïrriteerd, wie weet zat de Roos ook niet echt lekker in z’n vel toen hij deze scenes schreef. Aan de andere kant introduceert hij Jaap Krant
op een leuke manier maar dit karakter speelt niet echt een rol. Veel van patroontekenen ed. weet de Roos niet af en bedenkt dat Geeske dat allemaal wel zou kunnen. Stof knippen is een kunst, een tekening tot patroon omzetten een vak apart. De Roos is niet zo erg bekend met dit vrouwenonderwerp maar doet z’n best zich in te leven. Het boek telt 135 blz. in de laatste 2 hoofdstukken komt het verhaal eindelijk uit de verf. Karels krijgt een onderscheiding en wordt
ereburger van het dorp. Toen vond de Roos het wel genoeg en sloot het verhaal af!
In de hertaling van de Kameleon heeft goed nieuws is het originele verhaal gehandhaafd maar de
dialogen en gebeurtenissen zijn hier en daar aangepast. Maar werd het verhaal nu wel echt goed herschreven? De hertaler is eerder aan het experimenteren geweest met eigen bedachte teksten. Eigenlijk was het onnodig om zoveel aan de tekst te sleutelen. Een lezertje nu of in de jaren 90 begreep het zo ook wel. En de veranderingen van de hertaler waren 20 jaar na dato misschien ook gedateerd! ‘Nu’ zou Klinkhamer b.v. z’n spullen bestellen via internet! Dan kwam Sjoerd de
bestellingen brengen want post bezorgen is een bijbaantje geworden voor gepensioneerden, scholieren en langdurig werkelozen. Daar zou Sjoerd niet van rond kunnen komen. Hij rijdt nu vast in zo’n bestelbusje en brengt pakjes rond. Het postkantoor zou 'nu' een postagentschap zijn geweest, wellicht gevestigd in het winkeltje van Jaap Krant.
In hoofdstuk 1 nemen Hielke en Sietse nl. een vertegenwoordiger, die bij Klinkhamer wat bestellingen opneemt, mee in de Kameleon zodat hij niet hoeft te fietsen naar Jonkersveen. In de hertaling heeft hij ‘een oude gammele auto’ dus is deze hele verhaallijn gewijzigd! Het hele verhaal veranderd zo en wordt er soms niet logischer op! Hielke en Sietse hadden eerst een reden om uit varen te gaan nu gaan ze voor hun lol er op uit.
‘Je had moeten leren voor onderwijzeres of voor boekhoudster’ zegt Hielke tegen Geeske op blz. 16. Op blz. 97 blijkt ze opeens een hoge opleiding te hebben gehad. ‘Ze heeft de modeacademie gedaan wist je dat?’ vertelt Chantel nl. aan Gerben. Dit brengt hem op het idee van het atelier. Als Geeske de modeacademie heeft gedaan waarom is ze dan niet inmiddels naar bv Amsterdam verhuisd om daar voor een couturier te werken? I.p.v. op zoek te gaan naar suffe baantjes? Geeske is, in het oorspronkelijke verhaal, op zoek naar werk. Maar zoekt niet iets specifieks, ze wil alles aanpakken. Waarschijnlijk is ze laag opgeleid en heeft ze de huishoudschool gedaan, een vroegere vorm van het VMBO. Wellicht heeft ze de ‘knipcursus’ gevolgd zoals Tine Hornstra. Geeske is niet gespecialiseerd in iets. Ze heeft zelfs bij de vuilophaal gesolliciteerd. ‘Dat gaat tegenwoordig automatisch en is niet zo
zwaar’ laat Geeske ons weten, maar haar ouders vonden dat niet geschikt voor haar..
Elektricien Groen komt de smederij binnen voor ‘een ijzeren pijp voor een antenne’ daar had de hertaler van kunnen maken ‘een kabel voor een ‘schotel antenne’ (want al die boeren in de polder hadden natuurlijk nog geen kabel tv) i.p.v. ‘voor een praatje’. De Roos plaatst juist geen advertentie omdat het werkproject bedoeld is voor meiden uit Lenten en omgeving en niet daarbuiten! Hielke en Sietse gaan een aantal boeren langs om persoonlijk meiden te benaderen. De hertaler laat ze op een advertentie reageren! In het verhaal van de Roos maken we nog kennis met de familie Hornstra.
De dialogen zijn in H. de Roos’ verhaal beknopter en duidelijker dan de uitgebreidere versie van de hertaler. De Roos houdt het kort maar is duidelijk, alles wat we moeten weten vertelt hij. De hertaler doet er een schepje bovenop en vermeldt allerlei bijzaken alsof we het anders niet zouden snappen. Hij meent de Roos te moeten verbeteren maar gaat soms zelf de mist in! Zo denkt hij dat de Roos vergeten is te vermelden dat ze klapstoeltjes moeten meenemen op hun reis naar de groothandel. Maar een extra zin, die verduidelijkt dat de getrainde politiehond Sjoek op een duidelijk bevel van Gerben wacht, is door de hertaler juist weer weggelaten! Nu komt Sjoek er direct aan.
Zoals bij deze hertalingen gebruikelijk werden scenes eruit gemept omdat ze bv te ouderwets waren en het verhaal ophielden. Maar soms lijkt dat willekeurig gebeurd. Hier zou het niet overbodig zijn geweest scenes te verwijderen. Eigenlijk is de hertaler maar slordig te werk gegaan. Hij knikkert er hier en daar wat scènes uit die ‘ouderwets’ aandoen maar daar zitten ook weer leuke dingen tussen bv als Hielke en Sietse nog 3 meisjes gaan optrommelen voor werk in het atelier. De hertaler maakt zich ervan af met één zin over een advertentie. De hertaler had het verhaal strakker kunnen maken door het teveel aan voorvallen te verwijderen en niet willekeurig maar wat zitten schrappen en ook leuke scenes eruit te knikkeren. Te nadrukkelijk probeert hij ‘modern’ te doen door i.p.v. Chantel Gerben de koffie te laten halen en scenes die moeder Klinkhamer neerzetten als huisvrouw te schrappen.
Was het hertalen achteraf wel zo nodig? Bij de lezers viel het in ieder geval niet in goede aarde! ‘P. de Roos’ had zich beter kunnen richten op het schrijven van nieuwe Kameleons in moderne sfeer i.p.v. zich te concentreren op het hertalen. Maar het is gemakkelijker een bestaand verhaal wat te bewerken dan een geheel nieuw verhaal te verzinnen. In ieder geval is men er na 20 deeltjes mee
opgehouden en is het nu aan Fred Diks om nieuwe Kameleondeeltjes te produceren in ‘ouderwetse’ sfeer, alleen jammer dat zijn schrijfstijl nogal droog en saai is…
De Kameleon draagt zijn steentje bij
In de microkosmos die Lenten heet zorgt men goed voor elkaar, er is werk, voedsel en tijd voor plezier. Als iemand hulp nodig heeft steekt men de handen uit de mouwen. In een interview uit 1991 zegt H de Roos het zo:
“Dat mijn boeken een sfeer uitstralen waarin zorgen geen duidelijke rol spelen, is puur een keuze geweest. Ik wilde boeken schrijven die de jeugd met plezier zou kunnen lezen, avonturen vermengd met humor. Dat dat idee succes heeft gehad is, dacht ik, wel gebleken, en dat is voor mij een stimulans geweest de eenmaal gekozen weg niet te veel uit het oog te verliezen. Overigens had u in heel veel delen kunnen lezen dat tal van personages van tijd tot tijd goed in de problemen zitten en door de
tweeling en hun dorpsgenoten worden geholpen. Ik heb daarmee de sociale band die er altijd in een dorp is geweest, willen beschrijven.”
Maar de individualisering had in die tijd al toegeslagen, daar maakte H de Roos zich zorgen om. In het Kameleon dorp Lenten is daar echter nog niks van te merken. Men kijkt naar elkaar om en helpt en steunt elkaar. In de
Kameleon draagt zijn steentje bij uit 1989 worden deze idealen nog eens extra onderstreept. Dat in het dorp van Hielke en Sietse dingen worden opgebouwd lijkt te worden gesymboliseerd in de werkzaamheden van Jaarsma. De schoorsteen van de melkfabriek wordt afgebroken, de stenen worden gerecycled en gebruikt voor dijkverzwaring. De fabrieksruimte krijgt een andere bestemming. De kerktoren wordt gerestaureerd voordat deze, zoals die in Jonkersveen, instort. De rivaliteit tussen de 2 dorpen komt weer ter sprake zoals eerder in de Kameleon houdt stand. De voorspelling van Sietse dat de toren van Jonkersveen het ooit zal begeven komt uit. In de Kameleon houdt stand lezen we nl op blz. 26:
'Ons dorp blijft langer bestaan dan dit gehucht. Kijk maar naar die oude, vervallen kerk. Het is een schande! Vandaag of morgen stort de toren naar beneden.'
In hoofdstuk 1 ontmoeten Hielke en Sietse Piet Jaarsma, met wie de lezer voor het eerst kennismaakte in Bravo Kameleon. Jaarsma, schoorsteenbouwer van beroep, is naar het dorp gekomen om de schoorsteen van de melkfabriek te slopen. Als de kerktoren van Jonkersveen instort gaat hij die van Lenten eens inspecteren. Tijdens die inspectie maakt Piet kennis met Boukje Goeres. Ze voelen zich al snel tot elkaar aangetrokken. Door de vrolijke, positieve sfeer in het –fictieve- dorp is Jaarsma al helemaal in de wolken van Boukje. Op het terras van het paviljoen ontmoet Jaarsma Beuning die z’n huis wil verkopen. Al snel is de koop geregeld. Het lijkt wel of de Roos hiermee zijn eigen droom beschrijft, hij wilde graag terugkeren naar zijn geboortestreek maar daar is nooit wat van gekomen. Gerben verstuikt z’n enkel maar Hielke en Sietse staan al klaar om hem te helpen. Zij knappen een oud invalide wagentje voor hem op, misschien wel zo’n model dat in de jaren 50 nog gebruikt werd, en helpen bij het melken. De lezer krijgt een inzicht hoe dat in z’n werk gaat. Sinds 1948, toen het eerste deel van de Kameleonserie verscheen, is het boerenbedrijf sterk veranderd. Moest Gerben in het begin nog met de hand melken ‘nu’, 40 jaar later, maakt hij gebruik van de modernste technieken. Gerben fantaseert dat in de toekomst de koeien een halsband zullen krijgen met een zender die in verbinding staat met een computer -!- zodat de boer alles vanuit z’n luie stoel kan regelen!
“Dat mijn boeken een sfeer uitstralen waarin zorgen geen duidelijke rol spelen, is puur een keuze geweest. Ik wilde boeken schrijven die de jeugd met plezier zou kunnen lezen, avonturen vermengd met humor. Dat dat idee succes heeft gehad is, dacht ik, wel gebleken, en dat is voor mij een stimulans geweest de eenmaal gekozen weg niet te veel uit het oog te verliezen. Overigens had u in heel veel delen kunnen lezen dat tal van personages van tijd tot tijd goed in de problemen zitten en door de
tweeling en hun dorpsgenoten worden geholpen. Ik heb daarmee de sociale band die er altijd in een dorp is geweest, willen beschrijven.”
Maar de individualisering had in die tijd al toegeslagen, daar maakte H de Roos zich zorgen om. In het Kameleon dorp Lenten is daar echter nog niks van te merken. Men kijkt naar elkaar om en helpt en steunt elkaar. In de
Kameleon draagt zijn steentje bij uit 1989 worden deze idealen nog eens extra onderstreept. Dat in het dorp van Hielke en Sietse dingen worden opgebouwd lijkt te worden gesymboliseerd in de werkzaamheden van Jaarsma. De schoorsteen van de melkfabriek wordt afgebroken, de stenen worden gerecycled en gebruikt voor dijkverzwaring. De fabrieksruimte krijgt een andere bestemming. De kerktoren wordt gerestaureerd voordat deze, zoals die in Jonkersveen, instort. De rivaliteit tussen de 2 dorpen komt weer ter sprake zoals eerder in de Kameleon houdt stand. De voorspelling van Sietse dat de toren van Jonkersveen het ooit zal begeven komt uit. In de Kameleon houdt stand lezen we nl op blz. 26:
'Ons dorp blijft langer bestaan dan dit gehucht. Kijk maar naar die oude, vervallen kerk. Het is een schande! Vandaag of morgen stort de toren naar beneden.'
In hoofdstuk 1 ontmoeten Hielke en Sietse Piet Jaarsma, met wie de lezer voor het eerst kennismaakte in Bravo Kameleon. Jaarsma, schoorsteenbouwer van beroep, is naar het dorp gekomen om de schoorsteen van de melkfabriek te slopen. Als de kerktoren van Jonkersveen instort gaat hij die van Lenten eens inspecteren. Tijdens die inspectie maakt Piet kennis met Boukje Goeres. Ze voelen zich al snel tot elkaar aangetrokken. Door de vrolijke, positieve sfeer in het –fictieve- dorp is Jaarsma al helemaal in de wolken van Boukje. Op het terras van het paviljoen ontmoet Jaarsma Beuning die z’n huis wil verkopen. Al snel is de koop geregeld. Het lijkt wel of de Roos hiermee zijn eigen droom beschrijft, hij wilde graag terugkeren naar zijn geboortestreek maar daar is nooit wat van gekomen. Gerben verstuikt z’n enkel maar Hielke en Sietse staan al klaar om hem te helpen. Zij knappen een oud invalide wagentje voor hem op, misschien wel zo’n model dat in de jaren 50 nog gebruikt werd, en helpen bij het melken. De lezer krijgt een inzicht hoe dat in z’n werk gaat. Sinds 1948, toen het eerste deel van de Kameleonserie verscheen, is het boerenbedrijf sterk veranderd. Moest Gerben in het begin nog met de hand melken ‘nu’, 40 jaar later, maakt hij gebruik van de modernste technieken. Gerben fantaseert dat in de toekomst de koeien een halsband zullen krijgen met een zender die in verbinding staat met een computer -!- zodat de boer alles vanuit z’n luie stoel kan regelen!
Omdat het zo saai lijkt als alles over rozen gaat laat de Roos de auto van Boukje van de weg rijden. Het ongeluk wordt vlot verteld en niet echt uitgediept. Voor jeugd van 1989 en later, de ‘MTV generatie’ die snelheid in media gewend is, is dit een leuk verhaal waarin genoeg gebeurt. Door het opvoeren van de karakters van Bap de Vries, Beuning en Jaarsma grijpt de Roos terug op eerdere Kameleonavonturen, alsof hij met dit boek ook een beetje aan het terugblikken was.
Graffiti spuiten, rieten kuipstoelen, gevaarlijke pitbull
terriërs, allerlei zaken die eind jaren 80 de kop op staken. De Kameleon draagt zijn steentje bij geeft tevens een subtiel tijdsbeeld. Het geheel lijkt met plezier op papier gezet. De Roos was hier weer op dreef alleen op z’n oude dag –79/80 jaar!- nam hij niet meer de moeite alles uit te diepen en verloopt het verhaal nog vlotter, alle Kameleon elementen passeren nog eenmaal de revue:
gevatte dialogen, romantiek, de handen uit de mouwen om dorpsbewoners te helpen, Zwart die in actie komt, Kees die weer wat uithaalt, kleine criminaliteit.
Deel 60, wat hierop volgt lijkt daardoor wat saai en traag, het is nl al hertaald door ‘P de Roos’, wellicht als aanzet voor de vernieuwde Kameleonserie, een project dat na 20 hertalingen en 3 nieuwe delen is gestrand. Omdat P de Roos er zonder de hulp van de Roos minder zin in had? Of vanwege bezwaren van lezers? Dat laatste blijkt uit publicaties in kranten en de biografie door Paul Steenhuis.
De vrolijke cover is ook toepasselijk; er wordt gewerkt en er is vrolijkheid. Als lezer vraag je je af waar die toren zou staan, de Boukje toren? Helaas Lenten is een fictief dorp en niet Gorredijk?
Graffiti spuiten, rieten kuipstoelen, gevaarlijke pitbull
terriërs, allerlei zaken die eind jaren 80 de kop op staken. De Kameleon draagt zijn steentje bij geeft tevens een subtiel tijdsbeeld. Het geheel lijkt met plezier op papier gezet. De Roos was hier weer op dreef alleen op z’n oude dag –79/80 jaar!- nam hij niet meer de moeite alles uit te diepen en verloopt het verhaal nog vlotter, alle Kameleon elementen passeren nog eenmaal de revue:
gevatte dialogen, romantiek, de handen uit de mouwen om dorpsbewoners te helpen, Zwart die in actie komt, Kees die weer wat uithaalt, kleine criminaliteit.
Deel 60, wat hierop volgt lijkt daardoor wat saai en traag, het is nl al hertaald door ‘P de Roos’, wellicht als aanzet voor de vernieuwde Kameleonserie, een project dat na 20 hertalingen en 3 nieuwe delen is gestrand. Omdat P de Roos er zonder de hulp van de Roos minder zin in had? Of vanwege bezwaren van lezers? Dat laatste blijkt uit publicaties in kranten en de biografie door Paul Steenhuis.
De vrolijke cover is ook toepasselijk; er wordt gewerkt en er is vrolijkheid. Als lezer vraag je je af waar die toren zou staan, de Boukje toren? Helaas Lenten is een fictief dorp en niet Gorredijk?